The instrumental opening of cantata 21 Ich hatte viel Bekümmernis is like an opera overture in which the atmosphere of the story is set. Supported by a calmly proceeding bass, the oboe and violin 1 conduct a dialogue in which acquiescence can be heard.
In style, the composition is comparable to a slow middle movement of a solo concerto (e.g. the adagio from the oboe concerto in D minor, opus 9/2 by Tomaso Albinoni).

Der instrumentale Eingang der Kantate 21 Ich hatte viel Bekümmernis ähnelt einer Opernouvertüre, in der die Atmosphäre der Erzählung geschaffen wird. Gestützt von einem ruhig dahin schreitenden Bass führen Oboe und 1. Violine einen Dialog, aus dem eine gewisse Ergebenheit spricht. Die Komposition lässt sich im Stil mit dem langsamen Mittelsatz eines Solokonzertes vergleichen (z.B. dem Adagio im Oboenkonzert d-Moll, Opus 9/2 von Tomaso Albinoni).

De instrumentale opening van cantate 21 lch hatte viel Bekummernis is als een opera ouverture waarin de sfeer van het verhaal wordt getekend. Ondersteund door een rustig voortschrijdende bas, voeren hobo en viool 1 een dialoog waaruit een zekere berusting spreekt. De compositie is in stijl te vergelijken met een langzaam middendeel uit een soloconcert (bv. het adagio uit het hoboconcert in d-klein, opus 9/2 van Tomaso Albinoni).